Pulau Pangkor, tropische verrassing of vergissing?
Door: Jan en Christien
Blijf op de hoogte en volg Jan & Christien
06 November 2012 | Maleisië, Pulau Pangkor
Vanuit de prachtige regenwouden op 2000 meter duiken lager op de hellingen opnieuw weer de saaie monoculturen van rubberbomen en oliepalmen op. Het lijkt alsof Maleisië alleen maar bedekt is met deze plantages. Uitheemse boomsoorten, door de Britten hierheen gebracht vooral uit Brazilië, hebben de oerwouden doen wijken naar hogere berghellingen en (nog) onbereikbare plaatsen. Maar de verharde wegen rukken ook hier al op, er wordt al gekapt!
Het voordeel van deze wegen is dan wél dat we in plaats van de beloofde vier uurtjes rijden naar Lumut, dit al na twee uur en drie kwartier bereikten. De overtocht naar Pulau Pangkor duurde vervolgens nog twintig minuten.
Pangkor Island Beach Resort lijkt op het eerste oog een prachtig resort, tot je er vrij snel achter komt dat de resorts allemaal vrij geïsoleerd liggen en het wel haast onmogelijk is vanaf het resort het eiland zonder vervoer te verkennen. Het resort verhuurt geen fietsen of scooters, wél fietsen om op het resort rond te rijden maar niet erbuiten. Het is dus een echt vakantiepark, waarbij alles op het resort georganiseerd wordt en is. Dat betekent ook dat alles vrij duur is. We betalen hier voor het eten het drie- tot viervoudige van wat we elders betaalden, een fruitjuice is haast onbetaalbaar, laat staan een biertje!
We hebben vandaag dan ook een taxi gehuurd voor RM 70 voor twee uurtjes. Met een scooter rij je het eiland rond in veertig minuten. We willen alle bezienswaardigheden gaan bekijken, er ligt zelfs nog een restant van een Hollands Fort uit de VOC tijd. Voor elk uurtje langer, betalen we dan nog RM 20 per uur. Dit kost ons dus zo’n € 20 maar dan heb je wel meteen alles gezien. Oók hoe we eventueel vanavond een stuk richting ‘bewoonde wereld’ zouden kunnen wandelen!
Het ontbijt in buffetvorm is gigantisch, en wij zuinige Hollanders pakken natuurlijk nog wat extra’s mee, gewikkeld in servetjes en ongezien weggemoffeld in de rugzak!
Terwijl je je bordje met heerlijke sneetjes brood en spek alvast op tafel zet om nog koffie te halen, merk je dat bij terugkeer je bordje al half leeg is. Er zat toch niemand naast ons? Tot je bemerkt dat het park vergeven is van hornbills, neushoornvogels, die de hele dag op zoek zijn naar iets eetbaars. Ze zijn natuurlijk al lang ‘tam’ geworden en komen gezellig gewoon op de tafel zitten zo gauw ze de kans krijgen. Van noteneters zijn ze intussen ook verworden tot vleeseters, want Christiens spek was opeens weg!
De taxirit in een roze minibus is beslist de moeite waard. Je hebt ook niet meer dan twee uur nodig om alle bezienswaardigheden van het eiland te zien. Je hebt zelfs meer dan voldoende tijd om ook nog te winkelen en alles te bekijken. Je krijgt ook meteen een indruk hoe klein het eiland eigenlijk is en wat de min- en pluspunten zijn van waar je een hotel of resort boekt. We schreven al eerder hoe geïsoleerd ons resort ligt, maar het kan nog erger, aldus andere toeristen.
Ons resort is duidelijk voor strandliefhebbers die niet weg te slaan zijn van het strand, de zon en het water. Wil je iets meer van het eilandleven meekrijgen en in contact komen met de lokale bevolking, dan raden wij een hotel of resort aan bij Pasir Bogak Beach of bij Teluk Nipah. Er zijn daar méér winkeltjes en leuke lokale restaurantjes. Het strand is dan misschien iets minder, maar toch!
Voor ons rest dan later in de middag naar Kampung Teluk Dalam te wandelen, een klein vissersdorpje net buiten het resort, tenminste nog op loopafstand, hoewel het zeker wel een tweetal kilometer zal zijn. Daar zijn in ieder geval enkele betaalbare lokale eetgelegenheden met normale prijzen.
Eén ding werd al snel duidelijk: het eiland per fiets verkennen is een afrader, de hellingen zijn talrijk en erg steil, tot wel 12%. Persoonlijk schrok me dat nog het minste af, je kunt altijd nog lopend omhoog gaan, maar die afdalingen…….! Pangkor Hill en Tortoise Hill zijn echte kuitenbijters. De Keutenberg is daar niets tegen.
We zagen op de heenweg eindelijk één aap, hij zat rustig op een stroomkabel boven de weg. Op de terugweg zag Christien er zélfs twee, maar die waren druk bezig en leken wel een beetje op dat stel uit het vliegtuig!
Redelijk interessant om te bekijken zijn ‘Fu Ling Kong’, een taoïstische tempel en Pangkor Town. Onderweg zijn er nog enkele kleinere dorpjes, waar je op je gemak doorheen moet wandelen om het alledaagse eilandleven te bekijken. De mensen zijn erg vriendelijk en willen graag op de foto.
Hoogtepunt voor ons Hollanders is natuurlijk het Dutch Fort, maar als je ter plekke staat en dat nietige ‘fort’ aanschouwt, begrijp je direct waarom de Hollanders het hier maar tien jaar volhielden! Misschien was het in die tijd een gigantisch bolwerk, maar eigenlijk is het een lachertje. Iets verderop ligt dan nog een groot rotsblok, de Batu Bersurat, met daarop het VOC-teken en de Hollandse leeuw uit 1743 en tevens Hollandse inscripties die vermelden dat op deze plek een kind door een tijger verslonden werd.
In Pangkor Town gaat een weg dwars over het eiland naar de westkant, waar zoals eerder geschreven méér te doen is. Er zijn enkele uitzichttorens, waar je bij helder weer Sumatra kunt zien liggen.
Voor de rokers: een pakje sigaretten kost hier € 2, maar als je de afbeeldingen op de pakjes ziet, zou je acuut stoppen met roken: de ene enge aandoening na de andere! Ze schrikken hier nergens voor terug. Vanmorgen lazen we nog in de krant dat ze dit nu op elke sigaret afzonderlijk willen gaan doen! Ik steek er nog maar eentje op en denk alvast aan jullie commentaren hierop! (Christien lacht!)
Christien zit zich nu al een uur te vermaken met het kijken naar een pauw die op driehoog op een balkon zit en luistert daarbij af en toe naar wat ik schrijf. We zitten zelf ook op driehoog ( 2. Floor) in de schaduw, want in de zon is het nauwelijks te harden.
We komen hier wel tot rust, maar eigenlijk zijn vier nachten te veel. Twee of drie zouden voor ons genoeg zijn, maar liever nog zaten we op een andere plek op dit eiland. Om daar achter te komen, moet je er wel eerst geweest zijn! In Burma hadden we ook een resort (Ngapali Beach), maar daar zaten we midden in het lokale leven, hier nauwelijks. Voor pure strandliefhebbers en zonaanbidders is dit waarschijnlijk wél ideaal!
Lieve groetjes, Jan en Christien
-
06 November 2012 - 10:24
Carola:
Geen commentaar -
06 November 2012 - 11:06
Puck:
Klinkt weer goed allemaal en het ziet er mooi uit. En wat een komische vogel, die Hornbill!! -
06 November 2012 - 12:21
Ed En Nel:
Hoezo 3of 4 nachten te lang?!!!!!!! -
06 November 2012 - 13:37
Margo Veldhuizen:
Ben weer helemaal bij. Jan wat schrijf je toch leuk!!! -
06 November 2012 - 15:39
Marian:
Ja, je kunt niet alles hebben, maar er zijn wel hele mooie zonsondergangen daar. Wat zijn die vogels ongelofelijk brutaal niet te geloven (ongelofelijk dus).
Kom er door jullie verhaal achter dat we tijdens onze rondreis in 2003 ook op Penang zijn geweest. Met de boot heen en over de brug terug. Het zal er nu ongetwijfeld anders zijn. Kan me nog wel vaag een tempel herinneren waarvoor je een heleboel treden omhoog moest, met aan weerszijde allerlei kooplui. Het was voor ons nog niet het digitale tijdperk en daarom geen mooi fotoboek ter herinnering, maar jullie verhaal helpt de herinnering aan Maleisië een beetje naar boven te halen!
Zo te zien regent het daar niet, geniet er dus nog maar even van. Hier wordt het langzaamaan wat kouder, dat zal straks voor jullie nog een aardige overgang worden! -
07 November 2012 - 04:01
Jan & Christien Hermens:
Nou zijn we wel erg benieuwd van wie de laatste twee anonieme reacties zijn....... -
08 November 2012 - 23:11
Gert Hagens:
Ik denk dat geen enkel resort te vergelijken is bij dat in Ngapali beach , maar nu zijn jullie weer goed uitgerust voor de volgende etappe , en wat gezellig zo'n meeëters.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley